BranchenormenIn het algemeen worden de, inmiddels vervallen, Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving van het Ministerie van SZW beschouwd als minimale stand der techniek. Om die reden heeft de timmerindustrie besloten om de relevante beleidsregels (aangevuld met door de bedrijfstak zelf ontwikkelde en geaccepteerde normen) over houtstof in de arbocatalogus op te nemen als branchenormen. Anders dan in het Arbobesluit is geregeld geldt, althans indien dat redelijkerwijs mogelijk is, een grenswaarde voor hardhoutstof op de arbeidsplek van 1 mg/m³. Immer, bij aanschaf van nieuwe houtbewerkingsmachines wordt ervan uitgegaan dat bij bewerkingen nooit meer stof vrijkomt dan maximaal 1 mg/m³ (emissiewaarde). Ook omtrent de stofconcentratie bij recirculatie zijn binnen de branche nadere afspraken gemaakt. een en ander is opgenomen in Branchenorm I. Ten behoeve van een juiste omgang met houtstof dat op de werkplek vrijkomt zijn nadere regels gesteld in Branchenorm II. Indien blootstelling aan kankerverwekkend houtstof niet kan worden voorkomen, moeten aan de werknemer adequate ademhalingsbeschermingsmiddelen worden verstrekt. Uiteraard moeten deze voldoen aan strenge eisen. Een en ander is nader uitgewerkt in Branchenorm III. Voor explosieve atmosferen (houtstof, vluchtige organische stoffen) is geregeld dat het indelen van gevarenzones bij stofontploffingsgevaar plaats moet vinden zoals beschreven in NPR 7910-2 ("Richtlijn voor het indelen van gevarenzones bij stofontploffingsgevaar". Dit is opgenomen in Branchenorm IV. |