|
Branchenorm II Zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid bij het verrichten van arbeid met gevaarlijke stoffen
Grondslag: Arbobesluit artikel 4.1c, eerste lid, onder f.
Onder het in acht nemen van de grootst mogelijke zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid bij het verrichten van arbeid waarbij blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden, wordt verstaan:
1. |
De werkgever stelt regels en procedures vast voor het omgaan met bedoelde stoffen, reiniging van de werkplek en persoonlijke hygiëne waaraan werknemers zich dienen te houden. De werkgever draagt zorg voor de taaktoedeling en het toezicht ten aanzien van het naleven van deze procedures en regels. |
2. |
De werkgever richt voorzieningen in en verstrekt middelen aan werknemers voor een optimale hygiëne op plaatsen waar bedoelde stoffen aanwezig zijn bij het verstrekken van middelen gaat het onder andere om het beschikbaar stellen van geschikte werkkleding. De werkgever stelt zo vaak als op grond van de blootstellingsbeoordeling als bedoeld in artikel 4.2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit noodzakelijk is, maar tenminste eenmaal per week schone werkkleding beschikbaar en draagt zorg voor de reiniging van vervuilde kleding. |
3. |
Werk- en opslagruimten, waar gevaar bestaat op verspreiding van bedoelde stoffen, installaties en arbeidsmiddelen die met bedoelde stoffen worden verontreinigd, worden zo schoon mogelijk gehouden. |
|
|