Het Arbobesluit over Fysieke belastingHet Arbobesluit geeft algemene doelbepalingen voor fysieke belasting. Dat betekent dat er weinig harde bepalingen zijn te vinden. Voor beeldschermwerk en voor trillingen is wel specifieke regelgeving van toepassing. Deze wordt apart genoemd. De fysieke belasting mag geen gevaren met zich meebrengen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer ( Artikel 5.2 ). Als dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd, moet fysieke belasting zo weinig mogelijk gevaren met zich meebrengen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer. De veiligheids- en gezondheidsaspecten van de fysieke belasting moeten worden beoordeeld ( Artikel 5.3 ). Tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd, moeten werkplekken ingericht worden volgens de ergonomische beginselen ( Artikel 5.4 ). De afmetingen van de arbeidsplaats zijn zodanig dat de werknemer bij het verrichten van zijn arbeid over voldoende bewegingsruimte beschikt ( Artikel 3.19 ). De werkgever moet voorkomen dat werknemers gezondheidsschade lijden vanwege een te koud of te warm klimaat ( Artikel 6.1 ). De werkgever moet zorgen voor voldoende ventilatie ('schone lucht') en moet voorkomen dat werknemers hinder of schade ondervinden door tocht ( Artikel 6.2 ). In een werkruimte moet voldoende daglicht binnenkomen of voldoende verlicht zijn ( Artikel 6.3 ). Beeldschermwerk De inrichtingseisen voor beeldschermwerkplekken zijn niet van toepassing op werkplekken waarbij een werknemer gewoonlijk minder dan twee uren per etmaal gebruik maakt van een beeldscherm ( Artikel 5.8). Na ten hoogste twee achtereenvolgende uren beeldschermwerk moet dit worden afgewisseld door andersoortige arbeid of door een rusttijd, zodanig dat de belasting van het verrichten van de arbeid aan een beeldscherm wordt verminderd ( Artikel 5.10 ). Werknemers met klachten over het gezichtsvermogen kunnen een oogonderzoek ondergaan. Eventueel moet de werkgever een speciale beeldschermbril ter beschikking stellen ( Artikel 5.11 ). Trillingen Voor lichaams- en hand-armtrillingen gelden onderstaande actie- en grenswaarden voor een dagelijkse blootstelling van 8 uur per dag ( Artikel 6.11a ).
Elke werkgever moet inventariseren of, en in welke mate, trillingen tijdens het werk voorkomen. Dit moet in een risico- inventarisatie en evaluatie staan ( Artikel 6.11b ). Wanneer de actiegrens wordt overschreden dient de werkgever een plan van aanpak met maatregelen (technisch of organisatorisch) op te stellen en uit te voeren. Dit om blootstelling aan trillingen en daarmee gepaard gaande risico’s tot een minimum te beperken. De maximale grenswaarden voor blootstelling mogen niet worden overschreden. Mocht dat toch gebeuren, dan moet de werkgever direct maatregelen nemen om de blootstelling tot beneden deze grenswaarde terug te brengen ( Artikel 6.11c ). Werknemers moeten voorgelicht worden over de gezondheidsrisico’s van trillingen en over de maatregelen die genomen worden op de gezondheidsrisico’s t.g.v. trillingen te beheersen ( Artikel 6.11d ). Werknemers die beginnen met werken met trillingen en/of ten gevolge daarvan aandoeningen hebben kunnen oplopen, hebben recht op een gezondheidskundig onderzoek ( Artikel 6.11e ).
|