HoutstofTijdens het machinaal bewerken van hout en plaatmaterialen waarin hout verwerkt is komen spaanders, zaagsel en houtstof vrij. Bovendien kan een hoge houtstofconcentratie (>30 g/m³ ) in combinatie met zuurstof en een ontstekingsbron een explosie veroorzaken. Voor houtstof geldt op de arbeidsplek momenteel (2011) een wettelijke grenswaarde in de lucht van 2 mg/m³ als gemiddelde bij 8 uur blootstelling. Binnen de houtbranches heeft men echter afgesproken dat waar mogelijk en haalbaar een grens wordt aangehouden van 1 mg/m³ in de lucht. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen houtstof van zacht- of hardhout. Er is vaak blootstelling aan beide soorten. Hardhout is in het algemeen loofhout, zachthout is overwegend afkomstig van naaldbomen. Veel houtsoorten bevatten stoffen die een allergie kunnen veroorzaken of zijn irriterend voor huid, ogen en slijmvliezen. Sommige houtsoorten zorgen voor huiduitslag of eczeem, zoals cocobolo en ipé. Bij een aantal houtsoorten, zoals padoek en wengé, kunnen splinters voor (flinke) ontstekingen zorgen. In een enkel geval zorgt inademing van houtstof zelfs voor braakneigingen of maagkramp (zoals bij de houtsoort afrormosia). Bij de houtsoort dabéma zorgt de geur al voor irritatie. Nadere details zijn te vinden in diverse algemene bronnen. In welke functiefamilie is Houtstof een belangrijk risico?
Het risico komt in mindere mate voor binnen:
De medewerker Technische dienst, de medewerker Magazijn / expeditie / transport en de Productieleiding hebben tijdens de uitvoering van de eigen werkzaamheden vrijwel geen blootstelling aan Houtstof. Zij zijn voor een groot deel afhankelijk van de maatregelen die worden genomen door en voor collega’s die machinaal of handmatig hout bewerken. Indien zij zelf werkzaamheden uitvoeren in een omgeving waar ook houtbewerking plaatsvindt of op andere wijze kan worden blootgesteld aan (kankerverwekkend) houtstof, kunnen zij zelf ook een aantal maatregelen nemen. Raadpleeg hiervoor de relevante functie waarmee die werkzaamheden vergelijkbaar zijn. Houtstof Houtstof kan long- en neuskanker veroorzaken bij langdurige blootstelling aan met name hardhout. Stof van hardhout is een bewezen humaan carcinogeen dat het adenocarcinoom in de neus(bijholten) kan veroorzaken. Onderzoek ( Less dust 2010 ) heeft uitgewezen dat in de meeste gevallen bij machinale houtbewerking met goede afzuiging en juist geplaatste afvangbakken de gemiddelde blootstelling aan houtstof niet groter is dan 2 mg/m³. Uitzondering vormen nog steeds een aantal bewerkingen met handmachines zoals handschuurmachine, handmatig frezen en de handcirkelzaag. Een aantal machinale bewerkingen geven echter bij onvoldoende afzuiging, meestal in combinatie met onjuist geplaatste afzuigkappen en vangbakken, ook een verhoogde blootstelling aan houtstof. Een belangrijke constatering is dat, naast een ontoereikende afzuiging, het schoonmaken van machines, materialen en werkomgeving in grote mate bijdragen aan de houtstofblootstelling van de medewerkers. Voor het beoordelen van de houtstofconcentratie op de werkplek en vervolgens het eventueel moeten nemen van maatregelen zijn stofmetingen vaak noodzakelijk. Beoordeling van houtstofconcentratie op de werkplek Voor het beoordelen van de houtstofconcentratie op de werkplek en vervolgens het eventueel moeten nemen van maatregelen zijn stofmetingen vaak noodzakelijk. Bij het maken van de risicoanalyse wordt de blootstelling ingeschat van iedere individuele medewerker die blootstaat aan houtstof. Vervolgens kunnen maatregelen worden genomen die het meeste effect sorteren en bij voorkeur in de hierna genoemde volgorde. Voor stof van hardhout als kankerverwekkend stof geldt dat de concentratie altijd zo laag mogelijk moet zijn ( Artikel 4.11 ). Houtstofmetingen moeten door ter zake deskundigen worden verricht met geschikte apparatuur conform de geldende voorschriften. Maatregelen worden genomen in de volgende prioriteitsvolgorde:
Indien geen maatregelen getroffen kunnen worden in bestrijding aan de bron, in de overdrachtsweg noch in organisatorische zin dan kunnen alleen persoonlijke ademhalingsbeschermingsmiddelen nog uitkomst bieden om de blootstellingsrisico’s in te perken. Werknemers hebben de verplichting instructies op te volgen. Bijvoorbeeld het gebruik van veiligheidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Schade aan gereedschappen en machines te melden en deel te nemen aan voorlichting en instructie. |