U bent hier: Home - Functiefamilie - Technische dienst - Onderhoud - Machineveiligheid

Print deze pagina


Machineveiligheid bij Onderhoud in Technische dienst


Bij het opsporen en oplossen van problemen is het soms erg verleidelijk om tijdelijk concessies te doen aan veiligheidsmaatregelen. Dit is echter ongewenst en niet verantwoord. Onderhoud en reparatie aan machines mogen alleen bij een uitgeschakelde machine worden uitgevoerd. Bij het proefdraaien kunnen andere regels gelden dan bij standaard productie. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de fabrikant van de betrokken machine.

Hout- en kunststofbewerkingsmachines zijn gevaarlijke machines. De scherpe snijgereedschappen roteren met grote snelheid en de handen van de medewerkers zitten met name bij handmatige doorvoer (MAN -machines) vaak dicht bij het snijgereedschap. Ook bij hand machines voor zagen frezen en schaven van hout leveren de open draaiende delen directe risico’s op m.b.t. snijden en nagrijpen. Een veelvoorkomend probleem is het onjuist gebruik van beveiligingen en hulpmiddelen op of bij de machines. Hierbij moet men denken aan beveiligingen die niet goed werken, verkeerde werkmethoden en oneigenlijk gebruik, deze zorgen voor een verhoogd risico op ongevallen.

Het gaat daarbij om de volgende gevaren:
  • in aanraking komen met en gegrepen worden door bewegende delen van het (snij)gereedschap aan- en toevoerinrichtingen en as-einden;
  • getroffen worden door wegvliegende voorwerpen, zoals werkstukken (terugslag) en delen van het (snij)gereedschap;
  • bekneld raken tussen het werkstuk en de opspan- of aanvoerinrichting;
  • onbedoeld of op onjuiste wijze in werking komen van de machine door een verkeerde plaatsing of beveiliging van de bedieningsknoppen;
  • elektrocutie door kortsluiting in de machine of het in aanraking komen met bedrading onder spanning;
  • brandwonden door laswerkzaamheden.


Te nemen maatregelen:

Bronmaatregelen
  • Gevaarlijk handgereedschap vervangen door handgereedschap waarmee veilig gewerkt kan worden (betere afscherming, lager toerental, enz.).
  • Gevaarlijk snijgereedschap of beitelblokken vervangen door minder gevaarlijk.
  • Indien bewegende delen van CNC machines gevaar opleveren dienen deze van zodanige afscherming of beveiliging te zijn voorzien, dat het gevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen.
  • De operationele zone van de CNC machine voorzien van een lichtscherm t.b.v. beveiliging en toenadering gevaarlijke zone.
  • De operationele zone van de CNC machine voorzien van drukgevoelige matten, randen en stangen t.b.v. beveiliging en toenadering gevaarlijke zone.
  • Schermen of beveiligingsinrichtingen kunnen niet op eenvoudige wijze worden genegeerd of buiten werking worden gesteld.
  • Ervoor zorgen dat de se schermen of beveiligingsinrichtingen op voldoende afstand van de gevaarlijke zone van het arbeidsmiddel zijn aangebracht en de werkzaamheden niet belemmeren.
  • Ervoor zorgen dat de schermen of beveiligingsinrichtingen op een zodanige wijze zijn aangebracht dat de noodzakelijke onderhoud- en reparatiewerkzaamheden op veilige wijze kunnen worden uitgevoerd. Daarbij wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de schermen of beveiligingsinrichtingen moeten worden gedemonteerd.
  • Machines conform wettelijke voorschriften, stabiel, veilig en doelmatig opstellen.

Collectieve maatregelen
  • Zorg voor goede praktische instructie die schriftelijk beschikbaar is Onderhoudsvoorschriften en gebruiksaanwijzingen dienen zo nodig in de taal van de gebruiker en in ieder geval in de Nederlandse taal te zijn opgesteld.
  • Zorg dat het gereedschap en machines zijn voorzien van de vereiste beveiligingen.
  • Zorg dat machines en gereedschap periodiek worden onderhouden en gekeurd (laat dit vastleggen in het logboek dat bij de machine hoort).
  • Hanteer veilige werkmethoden bij onderhoudswerkzaamheden en werkzaamheden aan machines.
  • Houd toezicht op het naleven van voorgeschreven werkwijzen.
  • Zorg voor goede verlichting bij de machine voor voldoende zicht op het werk.
  • Zorg bij het uitvoeren van laswerkzaamheden voor geschikte lasapparatuur voorzien van (mobiele) afzuiging en/of voldoende ventilatie.
  • Zorg voor de juiste voorzorgsmaatregelen bij laswerkzaamheden in verband met het werken met gas(sen); zet de flessen vast, bescherm deze tegen hitte en koude, controleer regelmatig de slangen en aansluitingen, gebruik van de juiste kleur slangen, vervang ze bij slijtage of beschadiging en gebruik van vlamdover tegen vlamterugslag.
  • Zorg ervoor dat de noodstopvoorziening zich binnen handbereik bevindt (bedieningsplaats c.q. werkplek aan de machine).
  • Verstrek de noodzakelijke beschermingsmiddelen afgestemd op de werkzaamheden:
  •   - veiligheidsschoenen;
      - een gelaatsscherm of veiligheidsbril;
      - een overall met lange mouwen;
      - werkhandschoenen;
      - valbeveiliging bij het werken op hoogte en zondig een veiligheidshelm (NEN-EN 397);
      - zorg bij laswerk voor de daarbij noodzakelijke beschermingsmiddelen zoals: een laskap of lashelm met op de straling afgestemde glazen, een lasoverall, hals- en keelbescherming en lashandschoenen.

Individuele maatregelen
  • Maak machines en/of installaties voor aanvang van onderhoudswerkzaamheden spanningsvrij.
  • Leg handgereedschap bij ( tijdelijk) niet gebruik spanningsvrij weg.
  • Houd de werkplek vrij van obstakels. Laat geen afval, snoeren of gereedschap rondslingeren.
  • Deponeer afval op de werkplek en bij de machine direct in de daarvoor bestemde containers.
  • Werk volgens de werkinstructies.
  • Zorg ervoor dat bij laswerkzaamheden of andere vonkende (onderhouds)werkzaamheden aan machines en installaties brandbare stoffen (houtstof, verfstof) en vluchtige oplosmiddelen op en rondom de lasplaats en uit de installaties en (houtbewerkings)machines zijn verwijderd.
  • Gebruik in een vochtige omgeving apparatuur werkend op een veilige spanning, lager dan 50 volt wissel-, of 120 volt gelijkspanning, bijvoorbeeld gereedschap met een oplaadbare accu.
  • Scherm laswerkplekken in de werkplaats af met lasschermen.
  • Gebruik de beveiligingen die bij de machines en het gereedschap horen.
  • Gebruik bij de hout- en kunststofbewerkingsmachines de ter beschikking gestelde hulpmiddelen zoals een duwhout bij b.v. cirkelzaag en lintzaag.
  • Controleer regelmatig de veiligheid van het gereedschap en de machines. Vervang gereedschap direct als het beschadigd is. Dit geldt ook voor niet goed functionerende beveiligingen en gehavende kabels en gasslangen.
  • Stop de werkzaamheden bij het optreden van ernstige risico’s en start pas weer als de risico’s beheerst worden of geëlimineerd zijn.
  • Gebruik de verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • Draag goed aansluitende kleding en houd de kleding gesloten en voorkom daarmee nagrijpen van b.v. mouwen en jaspanden.
  • Draag geen das bij (onderhouds)werkzaamheden aan gereedschap en hout- en kunststofbewerkingsmachines.

NB: Het is niet toegestaan handschoenen te dragen bij het werken met houtbewerkingsmachines. Met name de machines met handmatige doorvoer geven extra risico’s op nagrijpen.


Arbovriendelijke hulpmiddelen bij Onderhoud in Houtbewerking met betrekking tot Machineveiligheid
  • Duwhout voor gebruik bij zaagmachines


Organisatorische oplossingen


Meer informatie


Wat zegt wet- en regelgeving?

 
 
 

< terug naar vorige pagina