BinnenklimaatBeschrijving: in een kantooromgeving behoort het binnenklimaat optimaal te zijn. Tot het binnenklimaat worden gerekend: temperatuur, luchtvochtigheid, luchtsnelheid en ventilatie. Het is wenselijk het binnenklimaat zo te regelen dat het aantal ontevredenen zo klein mogelijk is. Streef ernaar dat het percentage ontevredenen onder de 10% blijft. Dit komt overeen met een PMV-waarde tussen de -0,5 en +0,5. (PMV of Predicted Mean Vote is een term uit de NEN EN ISO 7730; installateurs kunnen deze norm toepassen.) U mag deze grenzen in de praktijk overschrijden. Deze overschrijding is te berekenen met de TO-, GTO- of, moderner, de ATG-methode. Het aantal overschrijdingsuren per seizoen is afhankelijk van de rekenmethode en wordt in overleg bepaald. Vaak wordt de norm gebruikt van de Rijksgebouwendienst. Het ventilatiesysteem moet per persoon per uur minimaal 35 m³ verse buitenlucht aanvoeren (en dezelfde hoeveelheid verbruikte lucht afvoeren). Als het ontwerp van het ventilatiesysteem voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit, is tevens voldaan aan de eisen uit het Arbobesluit. Aard: technisch. Beoogde effecten Arbo-effect: medewerkers zullen zich in een kantoor met een goed binnenklimaat prettiger voelen en minder snel ziek worden. Efficiency-effect: in een goed binnenklimaat zullen medewerkers beter presteren en minder verzuimen. Kenmerken Oplossing voor: alle soorten bedrijven. Bronnen:
Wet- en regelgeving: Arbobesluit Artikel 5.12 , 6.1 en 6.2 Arboregeling artikel 5.2. Implementatie Invoeringstermijn: onderzoek naar en verbetering van een klimaatbeheersingsinstallatie kost ten minste een halfjaar. Benodigde inspanning: bij klachten over binnenklimaat is eerst een goed onderzoek nodig door een deskundige bedrijf. Tip: wanneer een kantoor alleen langs natuurlijke weg (via roosters) wordt geventileerd, moet u ervoor zorgden dat de roosters zo veel mogelijk open staan. |