2.3.1Bronmaatregelen
Houtstof komt vrij bij het machinaal bewerken van hout. Als bij een vast opgestelde machine de afzuiging onvoldoende effectief is, dan is dat zichtbaar in de directe omgeving van deze machine. Ook bij handmachines of handmatige werkzaamheden slaat stof neer op de werkplek en is een hoge stofbelasting ‘op zicht’ al duidelijk.
Dit is een eerste indicatie van een houtstofprobleem, dat meerdere oorzaken kan hebben. Het is belangrijk dat eerst wordt geïnventariseerd op welke locaties en in welke situaties veel houtstof voorkomt in het bedrijf. Daarmee kunnen de eerste verbetermaatregelen worden ingezet, waarna aan de hand van metingen bepaald kan worden of en waar verdere maatregelen nodig zijn.
Stap 1: Breng de stofbronnen in het bedrijf in kaart
Houtstof op de werkplek wordt gemeten volgens NEN-EN 689:2018. Aan de hand van deze norm wordt bepaald of de stofbelasting in het bedrijf boven de grenswaarde ligt. De stofbronnen worden in kaart gebracht, zodat duidelijk is bij welke machines in welke mate houtstof vrijkomt. Daarnaast wordt onderzocht wat de stofbelasting op de medewerkers, per taak of per combinatie van taken is. Het uitvoeren van zo’n stofonderzoek is werk voor een arbeidshygiënist of een andere functionaris die beschikt over voldoende deskundigheid op dit gebied. Met de inzet van een deskundige krijgt het bedrijf extra inzicht en wordt meegedacht in oplossingen en beheersmaatregelen die helpen om de blootstelling aan houtstof effectief te reduceren. Een stofonderzoek moet worden herhaald bij een wijziging in processen, procedures of blootstellingstijden, die mogelijk kan leiden tot verhoogde blootstelling aan houtstof. Dit geldt voor situaties waarbij het aannemelijk is dat de mate en/of de duur van de blootstelling aan houtstof toeneemt.
Naast de metingen tijdens productie is extra aandacht nodig voor schoonmaakwerkzaamheden. Tijdens het schoonmaken kan, afhankelijk van de manier waarop dit gebeurt, stof opdwarrelen waardoor de betreffende medewerker wordt blootgesteld aan een zeer hoge concentratie houtstof. Hierbij speelt ook het gebruik van perslucht een belangrijke rol. Ook specifieke werkzaamheden zoals het wisselen van stofzakken of het uitvoeren van onderhoud aan een afzuiginstallatie moeten worden beoordeeld.
Als het stofprobleem kan worden opgelost door vervanging van een machine door een stofvrij alternatief of door een alternatieve werkwijze (proceswijziging of eliminatie) dan is dat wettelijk verplicht. In de praktijk zijn deze alternatieven niet voorhanden in de timmerindustrie en moeten andere maatregelen worden genomen.
Stap 2: Zorg voor goede afzuiging
Centrale afzuigsystemen
Een goed functionerende centrale afzuiginstallatie is de basis. Afzuiginstallaties voor houtbewerkingsmachines moeten voldoen aan de norm NEN-EN 12779:2015 en ‘Veiligheid van houtbewerkingsmachines’. Constructieve maatregelen, zoals het aanpassen van de afzuiginstallatie en / of de machine kunnen aanzienlijk bijdragen aan het verminderen van houtstof.
Een afzuiginstallatie voor houtstof heeft één of meerdere ventilatoren die voor of achter het filter geplaatst zijn. Er zijn onderdruk- en overdruksystemen. Het is belangrijk dat de afzuiginstallatie voldoende capaciteit heeft, zodat er ook bij gebruik van meerdere machines tegelijk geen stofemissies ontstaan. Bij het vaststellen van de benodigde capaciteit van een afzuigsysteem moet rekening worden gehouden met de volgende zaken:
- Het aantal houtbewerkingsmachines
- De per houtbewerkingsmachine benodigde luchthoeveelheid
- De statische onderdruk bij de aansluiting op de machine bij afzuiging met de ontwerpsnelheid onder belasting (weerstandswaarde)
- Het aantal houtbewerkingsmachines dat gelijktijdig wordt gebruikt
Er zijn afzuiginstallaties die werken met handbediening voor zowel de schuiven als de afzuiginstallatie. In de praktijk is het best lastig voor werknemers om hier goed mee om te gaan. Bij machines die vaak kort en onregelmatig worden gebruikt staan de handschuiven meestal standaard open. Dit heeft consequenties voor de beschikbare afzuigcapaciteit. In geval van handbediening is de effectiviteit van de afzuiginstallatie afhankelijk van degenen die deze installatie bedienen. Gebruik van automatisch bedienbare schuiven (en het automatisch bedienen van de afzuiging) is dan ook dringend aan te raden.
Bij de aanschaf van een nieuwe afzuiginstallatie of bij het aanpassen van een bestaande afzuiginstallatie is het belangrijk aandacht te besteden aan een aantal aspecten. Voor de technische eisen en uitgangspunten is de NEN-EN 12779:2015 en ‘Veiligheid van houtbewerkingsmachines’ bepalend. Maar er zijn ook richtlijnen voor explosieveiligheid die hierin moeten worden meegenomen: ATEX 114 en ATEX 153.
Stel een programma van eisen (PVE) op en leg de randvoorwaarden en uitgangspunten vast. Daarbij is het raadzaam om toetsbare garanties te stellen over de volgende zaken:
- Filterend oppervlak
- Afzuigcapaciteit
- Filterbelasting
- Transport- en vangsnelheden
- Onderdruk
- Concentratie houtstof in de retourlucht
- Type filtermateriaal
- Opgenomen vermogen
- Drukverliezen
- Geluiddrukniveau
- Uitgangspunten m.b.t. ATEX 114 regelgeving
Overige verplichtingen voor de fabrikant zijn:
- Het uitvoeren en opstellen van de risicobeoordeling
- Het opstellen van een technisch dossier
- Het opstellen van een Nederlandstalige gebruikershandleiding
- Het opstellen van een EU Verklaring van Overeenstemming
- Het aanbrengen CE-markering en verplichte symbolen
Bij het opleveren van een installatie behoort een opleveringsrapportage waarin verantwoording wordt afgelegd met betrekking tot de geformuleerde uitgangspunten in het PVE, als onderdeel van de leveringsovereenkomst.
Een uitgebreide beschrijving van de werking van vast opgestelde afzuigsystemen in opgenomen in bijlage 2: Vast opgestelde afzuigsystemen.
Mobiele afzuigsystemen
In bepaalde situaties en voor bepaalde werkzaamheden wordt soms gekozen voor het toepassen van een mobiel-afzuigsysteem, in plaats van of als aanvulling op een vast opgestelde afzuiginstallatie. Dit speelt bijvoorbeeld als er maar een enkele machine is of als machines geen vaste opstelling hebben maar op wisselende plekken worden ingezet.
Geadviseerd wordt mobiele afzuigsystemen alleen toe te passen als dit echt noodzakelijk is. Het verdient absoluut de voorkeur om op het centrale afzuigsysteem voorzieningen aan te brengen waarop machines eenvoudig kunnen worden aangesloten. Vanaf een afzuigcapaciteit van 6.000 m³/uur dienen afzuigsystemen voor houtbewerkingsmachines te voldoen aan de norm NEN-EN 12779:2015 en ‘Veiligheid van houtbewerkingsmachines’.
Bij de toepassing van mobiele afzuigsystemen moet de apparatuur aan een aantal eisen voldoen. Een zeer belangrijke eis is dat in de gerecirculeerde lucht de houtstofconcentratie altijd lager is dan 0,2 mg /m³ op basis van de huidige grenswaarde van 2 mg/m³. Binnen de houtbranches heeft men afgesproken dat waar mogelijk en haalbaar een grens wordt aangehouden van 1 mg/m³ in de lucht.
Een uitgebreide beschrijving van mobiele afzuigsystemen is opgenomen in bijlage 3: Mobiele afzuigsystemen.