1.3Oplossingen
Het aanpakken van fysieke belasting betekent dat specifieke risico’s in kaart moeten worden gebracht, waarna verbetermaatregelen moeten worden genomen. Deze maatregelen gaan in de praktijk veelal over het veranderen van werkprocessen, materialen of de inzet van hulpmiddelen in een bestaande situatie. Daarbij is het belangrijk dat iedereen die hiermee te maken heeft, tijdig in de komende veranderingen wordt betrokken. Hierdoor wordt weerstand tegen de verandering voorkomen.
Vooral bij wijzigingen is het mogelijk om fysieke belasting te verbeteren in het bedrijf, als bijvoorbeeld een nieuwe productielijn of fabriek wordt opgestart. Ook in zo’n rigoureuze verandering is betrokkenheid van medewerkers belangrijk. Bij nieuwe machines of werkmethoden is vooral opleiding een aandachtspunt. Vasthouden aan oude werkwijze is niet langer mogelijk als deze er niet meer is en er wordt in de nieuwe situatie een nieuwe start gemaakt. Zo’n verandering in het bedrijf is een uitgelezen kans om ook fysieke belasting te reduceren door slim ontwerp en gebruik van ergonomisch verantwoorde middelen en methoden. Deze arbocatalogus module ‘fysieke belasting’ is primair gericht op het aanpassen van bestaande situaties, maar kan ook gebruik worden voor situaties waar een compleet nieuwe opzet gewenst is.
In dit hoofdstuk volgen we een gestructureerde aanpak van fysieke belasting in 3 stappen:
- Prioritering van afdelingen of werkplekken
- Risicobeoordeling per afdeling of werkplek
- Plan van aanpak (opstellen, uitvoeren, evalueren)
Als uit de RI&E en nadere voorschriften blijkt dat fysieke belasting mogelijk een gevaar voor de gezondheid van medewerkers oplevert, moet dit worden aangepakt.
Voor bijzondere groepen zoals zwangere (of pas-bevallen) vrouwen, jongeren, medewerkers met een fysieke beperking of mensen met gezondheidsklachten is deze stapsgewijze aanpak van fysieke belasting niet bedoeld. Hiervoor is een gedetailleerde risicobeoordeling nodig, waarvoor het raadzaam is om een deskundige zoals bijvoorbeeld een ergonoom in te schakelen.
Stap 1: Prioritering van afdelingen of werkplekken
In de eerste stap wordt via de Checklist fysieke belasting (bijlage 2) in kaart gebracht op welke afdelingen en/of bij welke handelingen hoge fysieke belasting wordt ervaren. Op basis hiervan wordt een plan van aanpak opgesteld.
Voor de Checklist fysieke belasting zijn bedrijfsgegevens over het ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid nodig, gespecificeerd per afdeling, die kunnen worden opgevraagd bij de bedrijfsarts. De Checklist fysieke belasting kan worden aangevuld met informatie van medewerkers. Hiervoor is de vragenlijst fysieke belasting medewerkers (bijlage 3) beschikbaar. Deze vragen kunnen worden uitgezet onder de werknemers, zodat meer informatie beschikbaar komt over de fysieke belasting die werknemers ervaren (indien de gewenste expertise voor het afnemen en verwerken van de vragenlijst niet beschikbaar is, schakel dan een deskundige in).
Maak op basis van de Checklist fysieke belasting een overzicht per afdeling van de fysieke belasting en de ervaren zwaarte van het werk binnen die afdeling. Afdelingen die hoog ‘scoren’ krijgen prioriteit bij de uitvoering van stap 2 (risicobeoordeling per afdeling of werkplek).
In de volgende paragraaf komt stap 2, daarbij wordt fysieke belasting per afdeling of werkplek bekeken. Voor de aanpak van fysieke belasting wordt de arbeidshygiënische strategie gevolgd, d.w.z. dat vanuit bronbestrijding onderstaande prioriteitstelling wordt aangehouden (van hoog naar laag):
- Proceswijziging of vervanging van een machine waardoor fysieke belasting wordt voorkomen
- Inzet van hulpmiddelen zoals hefmiddelen waardoor fysieke belasting wordt beperkt
- Beperking van de duur en de intensiteit van de fysieke belasting door bijvoorbeeld tilgewichten te verlagen (bijvoorbeeld kleinere verpakkingseenheden)
- Beperking van de overdracht binnen de ruimte, door een aangepaste opstelling
- Beperking van overdracht gericht op (een groep van) medewerkers door taakroulatie
- Maatregelen gericht op individuele bescherming (voorlichting en instructie)
Stap 2: Risicobeoordeling per afdeling of werkplek
In de vorige paragraaf zagen we hoe met de Checklist fysieke belasting, afdelingen en/of handelingen in beeld kregen die een gevaar voor de gezondheid kunnen vormen. Bij stap 2 gaan we hiermee verder en wordt bekeken om welke vormen van fysieke belasting het gaat en waar dit zoal door komt.
Voor de verschillende vormen van fysieke belasting moet per afdeling de situatie in de praktijk worden beoordeeld. Hiervoor gebruiken we het formulier ‘risicobeoordeling fysieke belasting’ (bijlage 4). De beoordeling gebeurt in de praktijk d.m.v. de digitale Tiltest van FNV, werkplekobservaties en enkele eenvoudige metingen. Hierbij lopen we op basis van de prioriteiten die in de Checklist fysieke belasting zijn gesteld, de verschillende vormen van fysieke belasting na om een goede inschatting per risicogebied te maken. Hieronder gaan we verder in op de verschillende risico’s.
Bij tillen en dragen komen eerst de tiltaken met een sterk verhoogd risico op klachten aan het bewegingsapparaat aan de orde. Het gaat hierbij om het handmatig verplaatsen van lasten van minimaal 3 kg en over een afstand van minder dan 2 meter of 2 stappen. Daarnaast is de lichaamshouding waarin men tilt belangrijk.
Met de Tiltest kan per werkplek het maximale tilgewicht worden bepaald. Zie www.fnv.nl/tiltest.
Overschrijding van het maximale tilgewicht geeft aan, dat er een verhoogde kans is op klachten aan het bewegingsapparaat.
Voor een nauwkeurigere beoordeling wordt aanbevolen een deskundige in te schakelen, zoals bijvoorbeeld een ergonoom of fysiotherapeut. Dat is in ieder geval raadzaam in de volgende situaties:
- Bij tillen op een gladde vloer (valgevaar)
- Als de til-taak langer dan 8 uur per dag duurt
- Bij hoge versnellingen of plotselinge bewegingen bij het tillen (dit verhoogt de belasting op de rug en schouders)
- Als er ander zwaar werk is naast de tiltaken
Werkwijze
- Vul het formulier ‘risicobeoordeling fysieke belasting’ (bijlage 4) in.
- Doe per tiltaak de tiltest en neem de uitkomsten (NIOSH Til-index en het maximale tilgewicht) over in de tabel.
Duwen en trekken gaat over kracht die van het lichaam af wordt uitgeoefend (duwen) of kracht die naar het lichaam toe wordt uitgeoefend (trekken). Duwen en trekken komt met name voor bij het handmatig verplaatsen van karren. Daarbij kan sprake zijn van een hoge belasting van de rug, schouders of armen.
De belangrijkste risicofactoren voor lopend duwen en trekken zijn de uitgeoefende kracht met de handen, de frequentie van duwen en/of trekken, de verplaatsingsafstand en de hoogte van de handen. Daarnaast spelen ook andere factoren een rol, zoals het ontwerp van de kar (goedlopende wielen; een goed handvat; gemakkelijk bestuurbaar), de vloer (effen; veel wrijving) en de omgeving (manoeuvreerruimte).
Voor de risicobeoordeling van duwen / trekken zijn alleen de belangrijkste factoren opgenomen (zie onderstaande tabel).
Betekenis | Meetmethode | |
Duw- of trekkracht met de handen | De kracht die nodig is om een object in beweging te brengen en te houden | Beschrijvend weergegeven: moet het hele lichaam worden ingezet of niet; is heel veel of redelijk veel kracht nodig |
Frequentie | Het aantal keer dat een duw- of trekkracht geleverd moet worden per minuut | Schatten of tellen tijdens observatie |
Verplaatsingsafstand | De afstand waarover de duw- of trekkracht wordt geleverd in meters | Schatten of tellen van het aantal stappen |
Handhoogte | De hoogte van de handen | Observeren (beschrijvend weergeven) |
Tabel risicobeoordeling duwen/trekken.
Werkwijze
- Vul het formulier ‘risicobeoordeling fysieke belasting’ (bijlage 4) in.
- Beantwoord de vragen onder 3. Duwen en trekken
- Na het invullen is duidelijk bij welke taken een knelpunt ligt
- Per knelpunt wordt zichtbaar of er sprake is van prioriteit 1 (sterk verhoogd risico) of prioriteit 2 (een verhoogd risico) voor duwen/trekken.
Werkhoudingen, repeterend werk en energetische belasting. Bij werkhouding kijken we naar de algehele lichaamshouding (staan, zitten, knielen of hurken), de houding van de rug, het hoofd, de armen en handen/polsen. Het gaat om de houdingen en bewegingen die kenmerkend zijn voor de betreffende taak, de langer dan een uur per werkdag voorkomen. Repeterend werk betekent dat dezelfde bewegingen met de armen, handen of vingers steeds worden herhaald. Dit moet worden beoordeeld, als de betreffende taak regelmatig langer dan 1 uur per werkdag voorkomt.
Eén bron van fysieke belasting door repeterende werkzaamheden is langdurig beeldschermwerk. Voor deze activiteiten is een vragenlijst opgenomen (bijlage 6) waarmee de beeldschermwerker kan beoordelen of zijn taak, beeldscherm en werkplek aan de belangrijkste eisen voldoet.
Het risico is afhankelijk van de houding en de tijdsduur waarbij die houding veel voorkomt. Hoe meer de houding afwijkt van de neutrale, rechtopstaande houding, hoe groter de belasting op de spieren, banden, pezen en gewrichten. Hoe langer of vaker ongunstige houdingen voorkomen, hoe groter de kans op klachten. Daarom wordt ook gevraagd naar taakduur en frequenties van bewegingen.
Zowel lang staan als lang zitten is ongunstig en kan klachten van het bewegingsapparaat veroorzaken. Zitten en staan moeten zoveel mogelijk worden afgewisseld, ook met lopen. Bij werk waarbij kracht uitgeoefend moet worden, kan beter gekozen worden voor staand werk en bij plaatsgebonden werk met krachtoefening voor een stasteun.
De werkhoudingen worden voor een groot deel opgelegd door de werkomgeving (bijvoorbeeld het ontwerp van een machine, de werkhoogte en de opstelling van materialen). De frequentie van bewegingen hangt vaak af van de taak (bijvoorbeeld de snelheid van een machine). Daarnaast speelt het eigen gedrag een rol.
Betekenis | Meetmethode | |
Houding | De stand van een lichaamsdeel in de ruimte of gewrichtshoek | Beschrijvend weergeven (voorover gebogen, gedraaid, etc) |
Tijdsduur | De tijdsduur dat een taak voorkomt op een werkdag (alle perioden op een dag opgeteld) | Vragen aan leidinggevende of aan medewerkers zelf |
Frequentie | Het aantal keer dat een houding voorkomt per minuut | Tellen bij observatie of afleiden uit productiegegevens |
Tabel risicobeoordeling werkhoudingen, repeterend werk en energetische belasting.
Werkwijze
- Vul het formulier ‘risicobeoordeling fysieke belasting’ (bijlage 4) in.
- Beantwoord de vragen onder 4. Werkhoudingen, repeterend werk en energetische belasting
- Na het invullen is duidelijk bij welke taken een knelpunt ligt
- Per knelpunt wordt zichtbaar of er sprake is van prioriteit 1 (sterk verhoogd risico) of prioriteit 2 (een verhoogd risico) voor werkhoudingen of repeterend werk.
Met het maken van de risicobeoordeling fysieke belasting is de fysieke belasting per afdeling of werkplek op taakniveau onderzocht. Na het in kaart brengen van knelpunten in de risicobeoordeling gaan we op zoek naar verbetermaatregelen om de risico’s zoveel mogelijk op te lossen. Daarvoor gaan we de knelpunten ordenen, oplossingen zoeken, maatregelen prioriteren en uiteindelijk een verbeterplan fysieke belasting opstellen. Bij stap 3 gaan we verder aan de slag met oplossingen voor de gesignaleerde knelpunten.
Stap 3: Plan van aanpak (opstellen, uitvoeren, evalueren)
Voor het opstellen van het plan van aanpak is het nodig dat wordt bepaald welke knelpunten prioriteit hebben en welke later kunnen worden aangepakt. Hierbij spelen de volgende criteria een rol:
- Ziekteverzuim en klachten aan het bewegingsapparaat
- De inschatting van de ernst van het risico
- Het aantal medewerkers
Per knelpunt moet een verbetermaatregel worden opgesteld. Het is raadzaam om de medewerkers hierbij te betrekken, zodat praktische ideeën worden gedeeld en draagvlak ontstaat voor de maatregelen die mogelijk volgen.
Voor de verbetermaatregelen is ook een prioriteitstelling nodig. Hierbij kijken we naar:
- Effectiviteit van de maatregel, d.w.z. de mate waarin de oplossing bijdraagt tot het werkelijk wegnemen van een risico. Een bronmaatregel, waardoor een risicovolle taak of activiteit helemaal verdwijnt, heeft de voorkeur boven bijvoorbeeld een tilinstructie, die de medewerkers leert omgaan met het probleem maar minder effectief is.
- De kosten en baten van verbetermaatregelen.
- Praktische en technische haalbaarheid. Het is niet altijd meteen duidelijk of een bepaalde oplossing wel toepasbaar is. Praktische of technische overwegingen spelen daarbij een rol. Daarom is het van belang hiervan een inschatting te maken en een oplossing eerst op kleine schaal uit te proberen voordat kosten worden gemaakt.
Werkwijze
- Vul het formulier ‘verbeterplan fysieke belasting’ (bijlage 5) in.
- Vul bij de kolommen met de diverse criteria een 1 (heel belangrijk) of een 2 (minder belangrijk) in.
- Groepeer de knelpunten:
- lage score (veel kolommen met ‘1’ - hoge prio, maatregelen < 6 maanden
- hoge score (veel kolommen met ‘2’ - lagere prio, maatregelen langere termijn
- knelpunten die een ingrijpende wijziging vereisen, bijvoorbeeld een geheel nieuw hulpmiddel of een proceswijziging. Die knelpunten komen om de lange termijnplanning.
- Bespreek het verbeterplan fysieke belasting met betrokkenen en zet dit in gang.
Evalueren
Na invoering van de maatregelen is het belangrijk om na enige tijd te evalueren of deze ook het gewenste effect hebben gehad.